Lasius grandis is een sterke en goed aanpasbare mierensoort die voorkomt in het westelijke Middellandse Zeegebied, met name in Spanje, Portugal en delen van Noord-Afrika. Ze wordt vaak verward met Lasius niger vanwege de gelijkenis in uiterlijk, maar Lasius grandis is duidelijk groter, beter bestand tegen hitte, en iets assertiever in haar foerageergedrag. Voor zowel beginners als ervaren mierenhouders is dit een laagdrempelige, warmteresistente soort die zorgt voor een betrouwbare en interessante kolonie-ervaring.
Lasius grandis
In de natuur nestelt Lasius grandis zich in droge, warme omgevingen, vaak in zandgrond, onder stenen of in rottend hout op zonnige plekken. De soort is monogyn, wat betekent dat elke kolonie slechts één koningin heeft.
Kolonies groeien gestaag en kunnen tot wel 10.000 werksters bereiken. De werksters zijn 5–6 mm groot en iets groter en glanzender dan die van Lasius niger. De koninginnen worden 8–9 mm lang. Deze soort staat bekend om haar efficiënte voedselverzameling, vooral bij warme temperaturen, en haar vermogen om droge periodes te overleven.


































