Algemeen:
Ze zijn ontsnappingsmeesters, dus het is het beste om meer dan één ontsnappingspreventie te hebben.
Voedsel:
Ze accepteren de meeste voedingsmiddelen, bijv. Krekels, meelwormen, suikerwater, honing enz.
Als je insecten uit het wild voedt, bevries of kook ze dan om ze te steriliseren. Als u deze stap overslaat, kunt u mijten in uw kolonie introduceren
Vochtigheid:
ze hebben niet veel water nodig. Zodra de kolonie meer dan 50 arbeiders heeft, kun je ze in een nest plaatsen zonder hydratatie. Vergeet niet om altijd een reageerbuis in de buitenwereld achter te laten.
Temperatuur :
ze zullen gedijen bij warme temperaturen, het is het beste om ze op 26-30c te houden.
Winterslaap:
Ze vereisen een korte diapauze tussen begin december en begin februari, een kortere kan worden gedaan voor degenen die uit Noord-Afrika en heel Zuid-Europa komen.
Steek/beet:
ze hebben een speciale angel die mierenzuur sproeit, maar het is niet schadelijk. Als ze boos zijn, zullen werknemers bijten, wat pijn kan doen.